Op 27 oktober 2024 wordt de winnaar van de Libris Geschiedenis Prijs 2024 bekendgemaakt door juryvoorzitter Gerdi Verbeet, tijdens een feestelijke live-uitzending van OVT.
Hierbij de vijf genomineerde titels voor de Libris Geschiedenis Prijs 2024:
Het kleedje voor Hitler
Bas von Benda-Beckmann
Opgroeiend in een Duits-Nederlands gezin raakte Bas von Benda-Beckmann al vroeg gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog. Toen hij dertien was hoorde hij voor het eerst dat zijn oudtante Luise de weduwe was van Hitlers trouwste generaal, Alfred Jodl, die tijdens het Proces van Neurenberg als oorlogsmisdadiger ter dood was veroordeeld. Later volgden meer verhalen, zoals dat van Luises jongere zus Tini, die eerst partijlid werd maar later een relatie kreeg met een half-Joodse arts en bevriend raakte met een van de samenzweerders tegen Hitler.
Von Benda-Beckmann ging op zoek naar het naziverleden van zijn grootouders en oudooms en -tantes, die de grote geschiedenis van zo dichtbij meemaakten. Hij stuitte daarbij op de anekdote over het kostbare tafelkleedje met jachttaferelen dat de familie aan Hitler zou hebben geschonken. Wat klopt er eigenlijk van dit verhaal en wat zegt het ons over de omgang met het naziverleden in Duitse families?
Een adres
De geschiedenis van de Joodse onderduik
Michal Citroen
In oktober 1971 bracht de vader van Michal Citroen zijn dochter naar de plek waar hij was opgegroeid. Hij wees haar het huis en vertelde over de noodlottige dag dat de Duitsers kwamen. Vanaf dat moment stond hij er alleen voor en moest hij op zoek naar “een adres”. Ongeveer 25.000 joden waren tijdens de oorlog op zoek naar een adres – levensreddend voor hen die, ondanks alle dwang, oproepen voor deportatie wilden negeren. In dit boek beschrijft Michal Citroen hun geschiedenis.
Gebruikmakend van getuigenverslagen vertelt ze de verhalen van onmacht, wanhoop, verraad, angst en bedrog. Maar ook van moed, daadkracht, lef en hulp. Ze beschrijft hoe de bezetter stap voor stap allerlei antijoodse maatregelen invoerde, waarom zovelen niet onderdoken – ze ontkracht de “makke schapen-theorie” – , wat de rol van de Joodse Raad was en voor welke uitdagingen de ondergedoken joden zich gesteld zagen.
Met ‘Een adres’ beschrijft Michal Citroen een allesomvattende en verbijsterende geschiedenis van de onderduik van de Nederlandse joden in oorlogstijd.
De bolle Gogh
Jaap Cohen
‘Ik heb een nogal roerig leven geleid, met te veel drank en drugs, hoewel ook veel aardigheid ondervonden en gelachen.’
Theo van Gogh (1957-2004) aan een penvriendin, vijf weken voor zijn dood.
Opgegroeid in een welgesteld Wassenaars milieu, ontwikkelde Theo van Gogh zich in korte tijd tot de meest controversiële opiniemaker van Nederland. Als cineast, columnist en ‘predikant van de nihilistische gemeente’ stond hij garant voor tumult. Hij bespotte de exploitatie van (oorlogs)leed en bestempelde de islam tot een bedreiging van de vrije westerse waarden. De belediging had hij tot kunst verheven.
Tegelijkertijd onderhield Van Gogh een enorm netwerk aan vrienden. Acteurs en actrices liepen met hem weg. En hij was een ontwapenende interviewer, die via ‘prettige gesprekken’ antwoord probeerde te krijgen op de levensvragen waarmee hij zelf worstelde.
Waar kwam Van Goghs onstilbare zucht tot beledigen vandaan? In hoeverre speelden de oorlogsgeschiedenis van zijn ouders en zijn afstamming van de beroemde schilder een rol? Jaap Cohen sprak meer dan 150 familieleden, collega’s, vrienden én vijanden over een raadselachtige persoonlijkheid, die overal waar hij kwam verwarring stichtte – totdat hij bruut werd vermoord.
De droom van Den Haag
De Haagse vredesconferenties en het ontstaan van een nieuwe wereldorde
Benjamin Duerr
Moderne wapens, internationale conflicten en toenemend wantrouwen vormden aan het einde van de negentiende eeuw een gevaarlijk huwelijk. Om die dreigende geweldsspiraal te beteugelen kwam in 1899 en 1907 een bont gezelschap van diplomaten, juristen en activisten bijeen in Den Haag. Op twee internationale vredesconferenties werkten zij aan verdragen en organisaties die tot een vreedzamere wereld moesten leiden. In grootsheid en ambitie waren de conferenties ongeëvenaard voor even was Den Haag het centrum van de wereld.
Aan de hand van sleutelfiguren als de beroemde vredesactivist Bertha von Suttner en de trotse Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Willem Hendrik de Beaufort, vertelt Benjamin Duerr het verhaal van de twee geruchtmakende conferenties. Hij laat zien hoe zij streden voor ontwapening, regels in tijden van oorlog en de oprichting van internationale rechtbanken, maar ook hoe hun idealisme botste met de realpolitik van grootmachten. Na twee wereldoorlogen bestempelden velen de Haagse conferenties als mislukt, maar in De droom van Den Haag laat Duerr met overtuiging zien dat hier het fundament werd gelegd voor de wereldorde van vandaag.
De ontdekking van Insulinde
Op reis in Nederlands-Indië in de negentiende eeuw
Rick Honings
Een rijk geïllustreerde reis door de gordel van smaragd.
Het ‘prachtig ryk van Insulinde dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd’. Met die woorden verheerlijkte Multatuli de kolonie Nederlands-Indië in zijn Max Havelaar (1860). In de vroege negentiende eeuw, na de ondergang van de VOC, werd Indië voor het eerst een echte kolonie van Nederland. Vanaf dat moment gingen reizigers op pad om de binnenlanden van Java, Sumatra en de ‘buitengewesten’ te verkennen: natuuronderzoekers, predikanten, zendelingen, taalgeleerden, ambtenaren, militairen en gelukszoekers, en later ook vrouwen en toeristen. Zij schreven volop reisverhalen om het ‘moederland’ te informeren over het koloniale project.
Hoe reisden ze in die periode in Indië? Welke woorden gebruikten ze om uiting te geven aan hun ervaring van de tropen? Wat zagen, hoorden, roken en proefden ze? Welke onbekende planten, dieren en mensen kwamen ze tegen? En wat zeggen de publicaties van negentiende-eeuwers over hun manier van denken? De ontdekking van Insulinde laat niet alleen zien hoe Nederlanders reisden, maar ook hoe ze dachten en de koloniale stereotypen vorm gaven die tot op heden invloed uitoefenen.